Massaal protest op het Malieveld in Den Haag tijdens de vredesdemonstratie op 29 oktober 1983. Bron: Andere Tijden

 

Dag 5: Oostwaarts, noordwaarts, westwaarts, zuidwaarts

De laatste dag van onze reis is alweer aangebroken! Vandaag blijven we in Brabant, maar we gaan wel wat naar het oosten. Vergeet niet voor de zekerheid je jodiumtabletten in te nemen, want we zullen aanwezig zijn bij een actie in Eindhoven, onder de rook van de Molse kerncentrale. Het is 1981 en er wordt een actie gehouden tegen kernenergie. Creatief Verzet – het is onduidelijk om wat voor collectief het hier gaat – deelt stencils uit met de volgende liedtekst:

 

Er kan een ramp gebeuren, maar we hoeven niet te treuren
Wij kunnen n.l. schuilen, wie wil er met ons ruilen?
Het wordt wel even dringen, want kelders zijn kleine dingen
Het mag de pret niet drukken, het zal ons vast wel lukken

O lio lio la, de rijen groeien aan
Maar het kan ons niet schelen, wie er buiten blijven staan (2x)

 

Al twee jaar eerder verscheen er een nieuwe tekst op ‘O lio lio la’ tegen kernenergie, die ik slechts in één bron heb aangetroffen. Het linkse studentenprotestkoor Nijmeegse Stads Guerilla gaf toen een liedbundel uit waarin deze variant is opgenomen. In de inleiding van zijn liedbundel de Grote Song Voorwaarts – een allusie op Mao’s Grote Sprong Voorwaarts – flirt het koor met marxistische taal:

 

Kameraden! Voor je ligt een brok klassenstrijd: een strijdbare bundel vol met diabeties-materialistiese teksten, goedgekeurd door het sentraal komitee en het politburo van de Nijmeegse Stads Guerilla. De heldhaftige strijd van het Nijmeegs porletariaat tegen het neo-imperialisme, gepersonifieerd in de reaktionaire renegaat frans hermsen en zijn vazallen, zal hierdoor op een hoger nivoo gesintetiseerd worden. De Grote Song Voorwaarts stuwt de volkeren voort naar de onafwendbare overwinning en de vestiging van de heilstaat, die grhubvfbla&%$££”GTBLAHRR ¼ ƒ65       8’             gtzx         Sorry. Dat was voor een andere bundel. Opnieuw.

 

de Grote Song Voorwaarts, liedbundel van de Nijmeegse Stads Guerilla uit april 1979. Bron: LAKA

 

Vervolgens laat de Guerilla weten weliswaar een linkse signatuur te hebben, maar zich niet slechts in te zetten voor de klassenstrijd. Verscheidene acties worden door de groep ondersteund, waaronder ook die tegen kerncentrales:

 

Parlementaire dwazen
De bonzen en de bazen
En al die lulpartijen
Die met atoomkracht vrijen
Wij laten ons niet paaien
Wij laten ons niet naaien
Wij zijn gewoonweg tegen
En zoeken eigen wegen
Olioliola, stop de kernenergie
En de echte tegenstanders, en de echte tegenstanders
Olioliola, stop de kernenergie
En de echte tegenstanders
Die pikken het nie!

 

Beide versies kennen hetzelfde rijmschema, dat afwijkt van het rijmschema in het origineel. Ook zijn in beide versies de anaforen van het origineel niet behouden gebleven. Mogelijk kwam de melodie inderdaad via de Guerilla de anti-kernenergiebeweging binnen, en heeft Creatief Verzet de nieuwe tekst geschoeid op de vormelijke leest die de Guerilla twee jaar eerder had gefabriceerd. Het is echter eveneens plausibel dat de melodie Creatief Verzet via andere wegen bereikt heeft.

In de Grote Song Voorwaarts staat nog een aantal teksten tegen kernenergie – dikwijls vervaardigd op de melodie van een in socialistische context ontstaan traditioneel strijdlied. Een voorbeeld daarvan is ‘Avanti populo’ (‘Voorwaarts, volk’), dat een tijd lang het strijdlied van zowel de Socialistische als de Communistische Partij in Italië was en muzikaal symbool is gaan staan voor beide bewegingen. In de Nederlandse strijdliedcultuur is de melodie gebruikt door de arbeidersbeweging en de linkse tak van de vrouwenbeweging (in beide met onderdrukking en de strijd voor gelijkwaardigheid als thema), maar door de Guerilla al vroeg in de anti-kernenergiebeweging ingebracht. Ditzelfde is gebeurd met ‘O lio lio la’. Op het moment dat die melodie de cirkel van de vrouwenbeweging eigenlijk nog niet uit is, wordt ze door de Guerilla reeds uit haar comfortzone getrokken en ‘ontrood’. Zoals we vandaag in Eindhoven zien, zou het namelijk nog twee jaar duren voordat de melodie nog eens buiten socialistische of feministische kaders treedt. De kernenergiebeweging is er een die zich minder politiek profileerde en die anders dan bijvoorbeeld de arbeidersbeweging en de femsoc-vrouwen niet te verbinden is aan een (louter) linkse signatuur. Ondanks de feministisch-socialistische context waarin het oorspronkelijke lied ontstaan is en de melodie vooral gefunctioneerd heeft, kan de melodie dus ook haar dienst bewijzen voor een beweging zonder uitgesproken politieke kleur.

We blijven in Eindhoven, maar gaan twee jaar verder in de tijd, naar 28 maart 1983. Vandaag is er een demonstratie die vanuit de vredesbeweging georganiseerd is. Op het liedblad dat wordt uitgedeeld, staat vermeld dat het een liedje is dat ‘veel mensen al zullen kennen uit eerdere demonstraties en die (sic) de anderen snel zullen kennen door ze nu te zingen’. De melodie is ons intussen alleszins zeer bekend. Op 18 september klinkt deze versie ook door Heeswijk-Dinther, wanneer het Schijndels Straatorkest het lied speelt bij een vredesdemonstratie aldaar. Er is gekozen om woordelijke elementen en rijmklanken van de Nederlandse vertaling uit de vrouwenbeweging zoveel mogelijk te behouden:

 

Foto (door mij gemaakt) van liedstencil voor de demonstratie ‘Eindhoven Nee tegen Kruisraketten’ op 28 mei 1983. Bron: Archief Peter Koene, IISG.

 

Het lied is niet alleen op liedbladen overgeleverd, maar is eveneens opgenomen in de liederenbundel Uit alle macht (1984); een bundel vanuit de vredesbeweging (de opbrengst ervan gaat naar de Vereniging Dienstweigeraars in de regio Wageningen).

Van Schijndel gaan we westwaarts naar Bruinisse waar we op 27 oktober te gast zijn bij de werkweek van de K.L.O.S. (Kleuter Leidster Opleiding School). De aanwezigen schrijven een nieuwe tekst op ‘O lio lio la’ – op dezelfde vormelijke wijze opgebouwd als die uit de anti-kernenergiebeweging – waarin ze in zes coupletten tegen bommen en raketten en vóór vrede pleiten. Hoogstwaarschijnlijk is het lied geschreven voor de vredesdemonstratie die twee dagen later in Den Haag zal plaatsvinden. Ruim een half miljoen mensen trekt die bewuste dag naar het Malieveld om daar te demonstreren tegen de plaatsing van 48 kruisraketten in Woensdrecht. Het is de grootste demonstratie in Nederland ooit. De tekst kunnen we echter pas in 2009 teruglezen in het liedboek Welteröste Leef Limburg van de Limburgse protestzanger, dichter en schrijver Herman Veugelers, die leraar pedagogiek en methodiek aan de K.L.O.S. was. Het is niet de enige tekst op ‘O lio lio la’ in het liedboek: er is eveneens een Limburgse ‘Vrouweklacht’ – geschreven door Veugelers – op de melodie vervaardigd.

Net als de kernenergiebeweging was de vredesbeweging er een zonder (expliciet) politieke kleur. In de loop der jaren wordt de melodie van ‘O lio lio la’ derhalve steeds breder ingezet. Gisteren circuleerde ze nog hoofdzakelijk binnen bewegingen met een duidelijke politieke verankering, vandaag niet meer. Waarschijnlijk zal nu niet meer de ontstaanscontext de melodiekeuze hebben bepaald, maar de bekendheid van de melodie binnen de strijdliedcultuur. In de anti-kernenergie en vooral in de vredesbeweging krijgt ‘O lio lio la’ wel weer meer terug van haar oorspronkelijke tekstuele en stilistische elementen. Hierdoor speelt de intertekstualiteit op tekstniveau weer een explicietere rol.

Thuiskomst

In vijf dagen zijn we van laatnegentiende-eeuws Italië naar de Nederlandse jaren tachtig getrokken. Vanuit vrouwelijke rijsttelers op de Povlakte die zich verenigden in vakbonden en hun strijd kracht bijzetten met ‘O lio lio la’, zijn we de melodie gevolgd naar de eerste Nederlandse vertaling van de tekst door kollektief internationale nieuwe scene in Antwerpen, vervolgens naar een bewerking van die vertaling door vermoedelijk iemand uit de Nederlandse vrouwenbeweging om uiteindelijk bij verschillende contrafacten uit te komen. Vandaag komen we thuis en blikken we terug. Door de tijd heen verliest het lied steeds meer van zijn sporen. Dat gaat in verschillende stadia:

1.
De tekst van het lied wordt enkel vertaald, het blijft een algemeen feministisch-socialistisch lied;

2.
De vertaling wordt bewerkt, het lied krijgt een grotere feministische lading. Het intertekstuele verband blijft zowel tekstueel als contextueel sterk;

3.
Er wordt een nieuwe tekst voor de coupletten geschreven over een specifiek feministisch onderwerp voor een kortdurend protest. Het intertekstuele verband zwakt tekstueel iets af, maar blijft contextueel sterk;

4.
Er gebeurt iets soortgelijks als in stadium 3, maar de melodie wordt niet meer uitsluitend door de vrouwenbeweging ingezet. Thema’s van de nieuwe teksten zijn net als in het origineel onderdrukking, ongelijkheid en arbeidsproblematiek, maar dan veel breder – er is nog een contextueel verband, maar dat is zwakker. Waarschijnlijk speelt de ontstaanscontext nog wel een belangrijke rol bij de melodiekeuze. Het tekstuele verband verdwijnt voor een zeer groot deel – rijmschema’s en herhalingen blijven niet behouden – tot de herkenbaarste frase (‘O lio lio la’) aan toe;

5.
De ontstaanscontext lijkt geen rol meer te spelen bij de melodiekeuze: de melodie wordt gebruikt door bewegingen die geen duidelijke politieke signatuur hebben, bewegingen die zich niet inzetten voor onderdrukking, ongelijkheid of arbeidsproblematiek. Omdat de melodie al een heel aantal jaar te horen is in de Nederlandse strijdliedcultuur, ligt het voor de hand dat de bekendheid op den duur de keuze voor de melodie (meer en meer) bepaalt. Waar in stadium 4 het tekstuele verband zwakker werd, wordt dat hier weer sterker. Er lijkt dus een wisselwerking te bestaan tussen tekstuele en contextuele intertekstualiteit van ‘O lio lio la’: ze zijn óf beide sterk, óf één van beide – het komt niet voor dat er zowel geen tekstueel als geen contextueel verband meer bestaat met het origineel.

 

‘O lio lio la’ is één van de melodieën die goed gedijen in de Nederlandse strijdcultuur. Veel daarvan zijn ontleend aan traditionele of contemporaine buitenlandse strijdliederen. Een bekend lied naast ‘O lio lio la’ waarvan de melodie veelvuldig in de Nederlandse strijdcultuur werd ingezet is ‘Bella Ciao’ – ontstaan in min of meer dezelfde context en tijd als ‘O lio lio la’, maar dan zonder feministische inslag. Ook de melodie van ‘Bella Ciao’ heeft van haar ontstaanscontext tot in de Nederlandse strijdliedcultuur een bijzondere reis afgelegd, maar dat zal voor een later artikel zijn. De reizen van dergelijke melodieën bieden cultuurhistorische informatie over hoe oudere melodieën en melodieën uit andere contexten en landen functioneerden en zich verspreidden in Nederland en maken die de onderlinge verwevenheid dan wel grenzen tussen verschillende sociale bewegingen inzichtelijk. Daarnaast vertellen ze wat over de werking van contrafacten in de moderne tijd – iets waar nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Ik hoop in verder onderzoek – naar andere melodieën, naar andere perioden – vergelijkingen te kunnen maken en ontwikkelingen en tendensen te kunnen blootleggen – zowel inzake contrafacten als inzake de sociale strijd in Nederland.

Houdt de reis van ‘O lio lio la’ dan in 1984 op? Wie weet, maar wie weet ook niet. Op de melodie van ‘Bella Ciao’ is een paar jaar terug in België door initiatiefnemers van Sing For The Climate een nieuwe, Engelse tekst geschreven voor het klimaat. Die versie is op vrijwel elke huidige klimaatdemonstratie te horen. Misschien klinkt de melodie van ‘O lio lio la’ bij een volgende manifestatie door de straten?

 

 


Dit is het vijfde en laatste artikel uit een reeks van Carmen Verhoeven over de geschiedenis van de melodie ‘O lio lio la’. Het eerste artikel start met een reis terug in de tijd, naar de rijstvelden van de Povlakte omstreeks 1880. Het tweede artikel leidt naar Antwerpen, oktober 1974. Vrouwenbewegingen in de Lage Landen worden bezocht in het derde artikel. De melodie duikt vervolgens op bij verscheidene acties, zo zien we in het vierde artikel van deze leesreis. 

 

Carmen Verhoeven (1993) rondt momenteel de onderzoeksmaster Nederlandse Literatuur en Cultuur aan de Universiteit Utrecht af met een thesis over strijdliedcultuur in diachroon perspectief. Daarnaast is ze als docent Literatuurgeschiedenis verbonden aan de Koningstheateracademie en werkzaam als transcribent in het NWO-project Language Dynamics in the Dutch Golden Age aan de Universiteit Utrecht, als assistent redactiecoördinatie bij Prelum en als assistent bureauredactie bij het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde.